Veilige Vrijdag SMART maken

Veilige Vrijdag staat voor:

Preventie      > voorkomen van
Preparatie     > voorbereiden op wat fout kan gaan
Repressie     > reageren, in actie komen als het fout gaat

Proactief gedrag

Ontplooien van initiatieven die gericht zijn op veiligheid
Vereist duidelijke keuzes
Vandaar voorstel op alle agenda’s

Risicobegrip

Overzien en doorlichten van plannen en ervaringen
Inzicht in de processen
Bewustwording van invloed van eigen handelen op processen
Permanent aanwezig

Risicobereidheid

Bereidheid om een eventuele schade te accepteren

Goed voorbereid zijn het hele jaar door, elke dag, betekent het verschil tussen de leiding hebben of je laten leiden.

  1. Maak Veilige Vrijdag SMART

    Maak de geconstateerde feiten en/of onveilige situaties SMART.
    (TIP: Zie SMART als een hulpmiddel, laat het geen doel op zich zijn. Bron deels: SMART op Carrièretijger.nl))

    S – Specifiek:

    Wat willen we bereiken?
    Wie zijn erbij betrokken?
    Waar gaan we het doen, waar is de situatie?
    Wanneer gebeurt het?
    Welke delen van de doelstelling zijn essentieel?
    Waarom willen we dit doel bereiken? (Dit antwoord mag niet moeilijk zijn…)

    M – Meetbaar:

    Hoeveel gaan we doen en hoe kunnen we dat meten? (Er moet een systeem, methode en procedure zijn om te bepalen in welke mate het doel op een bepaald moment bereikt is.)
    Wat is er af wanneer het af is? (Een SMART-doel moet je bijvoorbeeld kunnen zien of horen.)
    Doe (eventueel) een nulmeting om de startsituatie te bepalen.

    A – Acceptabel, maar ook uitgelegd als: Activerend of Actiegericht! :

    Is het in overeenstemming met het BHV-beleid – of de MVO-doelstellingen- van de organisatie?
    Is iedereen *) bereid zich te verbinden aan de doelstelling van Veilige Vrijdag? Ziet iedereen nut en noodzaak in van een regelmatige, doelgerichte controle op veiligheid?

    >  “Activerend” of “Actiegericht”:

    de positief geformuleerde doelstelling moet uitnodigen tot actie!
    Uiteraard past of hoort daar een actieplan bij.

    Let erop dat een SMART-doel een bepaald resultaat voorschrijft, niet een inspanning!

    R – Realistisch, maar ook uitgelegd als: Relevant

    Is het doel haalbaar en is het uitvoerbaar, eventueel met aanvaardbare inspanningen?
    Splits moeilijk bereikbare doelstellingen op in kleinere haalbare subdoelstellingen.
    Kunnen de collega’s de gevraagde resultaten daadwerkelijk beïnvloeden? Hebben ze voldoende knowhow, wat er komt kijken bij het bijdragen aan een veilige en gezonde werkomgeving? (Dit is belangrijk voor de betrokkenheid, want een onbereikbaar doel motiveert mensen niet!)
    ‘Relevant’: Ga altijd voor een haalbare en zinvolle doelstelling!

    T – Tijdgebonden

    Wanneer beginnen we?
    wanneer zijn we klaar, wanneer is het doel bereikt? (Kan dit? Kunt u echt op enig moment helemaal klaar zijn met veiligheid, alles klopt?)

    Wij hebben er alvast voor u over nagedacht en hebben een uitgebreid overzicht met tal van tips voor u onder elkaar gezet.

    Durf de uitdaging aan te gaan!
    Ga voor interactie tussen u en uw collega.

Realistisch Praktijkgericht Belevingsgericht