BHV-organisatie

De uitgangspunten BHV-organisatie zijn de belangrijkste leidraad voor BHV-beleid. Het betreft uitgangspunten ten aanzien van de praktische opzet, uitvoering en instandhouding van de BHV-organisatie.

Deze gaan niet zozeer over wat u wettelijk verplicht bent te regelen. Veel meer gaat het over wat u zélf geregeld wilt hebben.

“Wat wil jij dat er gebeurt wanneer jóu plotseling iets overkomt?” Deze vraag levert de volgende uitgangspunten voor de BHV:

  1. dat na een snelle alarmering
  2. binnen 2 tot maximaal 4 minuten
  3. waar dan ook in, op of rondom het gebouw
  4. minimaal 2 deskundige en ervaren BHV’ers
  5. herkenbaar aan een gekleurde hes
  6. en voorzien van de juiste middelen
  7. eventueel zonder een lift te gebruiken
  8. op de juiste locatie aanwezig zijn
  9. om daar direct handelend op te treden
  10. onder voortdurend contact met de Operationeel Leidinggevende op het centrale punt.
  1. Mensen en...

    Hoe de BHV wordt opgezet, uitgevoerd en in stand gehouden, is mede afhankelijk van het soort organisatie en de heersende cultuur.

    Allereerst moet worden bepaald welke discipline er binnen de BHV-organisatie nodig zijn. Vervolgens moeten deze via werving & selectie worden ingevuld. In hoeverre men zich binnen de eigen organisatie wil inzetten voor de BHV is mede afhankelijk van de (eventuele) beloning en motivatie.

    De positie van de BHV’ers binnen de organisatie kan worden versterkt door als organisatie mee te doen aan de landelijke Dag van de BHV. Sleutelwoorden voor deze Dag zijn: besef, waardering en support. Daarmee kweekt men bij overige medewerkers meer begrip voor de inzet van de BHV-collega’s.

    Bij de opzet van de BHV-organisatie gaat het om het snel, veilig, adequaat en efficiënt reageren op incidenten en calamiteiten. Een Quick-scan kan inzicht geven hoe uw BHV-organisatie er voor staat.

    Het is van belang dat de opzet van de BHV-organisatie wordt getrokken door een bevlogen iemand die met verstand van zaken voortdurend de aandacht op de BHV richt. Wanneer de organisatie binnen de eigen gelederen hiervoor niemand beschikbaar heeft, kan Crisicom een BHV-coach leveren die het gehele project begeleidt op basis van een vooraf overeengekomen aantal uren per maand. Informeer naar de mogelijkheden!

    Opleiding, Training en Oefening

    Als de BHV-organisatie eenmaal is opgezet, komt vervolgens de uitvoering aan bod. Om een goede uitvoering van de BHV-taken te borgen is voor alle disciplines en overige betrokkenen een gedegen opleidingtraining en vervolgens oefeningen noodzakelijk.

  2. ... en Middelen

    De in het gebouw aanwezige middelen -voor de algemene veiligheid en de respons bij incidenten en calamiteiten- dienen eveneens te zijn afgestemd op de risico’s.

    De genormaliseerde symbolen die worden gebruikt op de ontruimplattegronden, worden ook als pictogrammen in het gebouw gebruikt. Denk aan aanduiding voor veiligheidsmiddelen, zoals brandblussers en EHBO-middelen.

    PSU

    BHV’ers dienen te kunnen beschikken over een minimale Persoonlijke Standaard Uitrusting (PSU), minimaal een gekleurde hes met opdruk. Daar waar een gebod geldt tot het dragen van Persoonlijke Beschermings Middelen (PBM), dienen ook alle BHV’ers hierover te beschikken wanneer zij optreden in de betreffende  gebodsgebieden.

    De ingezette BHV’ers moeten bij incidenten en calamiteiten kunnen communiceren -portofoons- met de Operationeel Leidinggevende BHV die de inzet coördineert.

    Bij hun optreden dienen BHV’ers gebruik te kunnen maken van de aanwezige EHBO-middelen en blusmiddelen in het gebouw, terwijl ook de eventuele aanwezigheid vaninstallaties, zoals een brandmeld- en/of ontruimingsinstallatie of een sprinkler- of blusgasinstallatie, een belangrijke rol kunnen spelen. Voor alle middelen en installaties geldt dat zij paraat en direct inzetbaar moeten zijn en een juiste werking moet zijn geborgd. Daarom is controle & onderhoud van middelen en installaties erg belangrijk. Crisicom werkt ten aanzien van levering, controle en onderhoud van alle mogelijke middelen en installaties uitsluitend samen met gerenommeerde kwaliteitsbedrijven die onze doordachte visie op de BHV-organisatie delen.

  3. Niet meer 1 BHV'er op 50 werknemers

    Niet meer 1 BHV’er op 50 werknemers
    In 2007 is de meest grote wijziging geweest dat de getalsnorm van één BHV’er op 50 werknemers is vervallen. De beschreven risico’s in de RI&E dienen sindsdien als maatstaf. Ook kan de grootte en aard van de werkzaamheden van het bedrijf bepalen of extra BHV’ers nodig zijn. Denk hierbij aan scholen en bejaardentehuizen of ziekenhuizen.

    Het kabinet heeft de verantwoordelijkheid voor goede arbeidsomstandigheden bij zowel de werknemers als de werkgevers (terug)gelegd. Er is hierdoor sprake van een eigen invulling aan het Arbo-beleid.

    Per 1 juli 2017 is een aantal wijzigingen in de Arbowet doorgevoerd. Er is meer vastgelegd ten aanzien van preventie.

Realistisch Praktijkgericht Belevingsgericht