Arbowet en regelgeving

BHV moet minimaal voldoen aan de geldende wet- en regelgeving. Tegelijkertijd worden in wetten, regels en normen steeds minder specifieke eisen genoemd. De BHV-organisatie dient vooral op maat te worden gemaakt. Afgestemd op de risico’s binnen de betreffende organisatie. De uitkomsten van de RI&E zijn leidend om tot BHV-beleid te komen.

In de laatste wijziging van de Arbowet, juli 2017, is er meer vastgelegd ten aanzien van preventie. Eerdere wijzigingen (2007) betrof het praktischer en doelmatiger omgaan met het veiligheidsbeleid.

Veelgestelde vragen, zoals ‘Hoeveel BHV’ers moet ik hebben’ en ‘Hoe vaak moet BHV worden herhaald’ heeft Crisicom voor u onder elkaar gezet. De uitgangspunten voor BHV vindt u hier.

Kijk ook bij de onderwerpen Arbowet, RI&E en Bedrijfshulpverlening voor meer informatie. Wenst u persoonlijk advies? Bel nu met 033 – 707 4795.

  1. Arbowet is een kaderwet

    De wetgever meldt dat de Arbowet een kaderwet is, oftewel geen concrete regels inhoudt. De verantwoordelijkheid voor een werkplek die voldoet aan de wettelijke normen, ligt primair bij de werkgever. De werkgever moet ook zorgen dat de wettelijke doelvoorschriften worden nageleefd. Hoe de doelen worden bereikt mag de werkgever zelf bepalen.

    De wetgeving omtrent arbeidsomstandigheden is ingedeeld in drie niveaus: de Arbowet, daarnaast het Arbobesluit en de Arboregelgeving. Hieronder een gedeelte uit de Arbowet met betrekking tot BHV. Daaronder meer uit met name de Arboregelgeving.

    Arbowet, Artikel 3
    1. De werkgever zorgt voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemers inzake alle met de arbeid verbonden aspecten en voert daartoe een beleid dat is gericht op zo goed mogelijke arbeidsomstandigheden, waarbij hij, gelet op de stand van de wetenschap en professionele dienstverlening, het volgende in acht neemt:
    e. doeltreffende maatregelen worden getroffen op het gebied van de eerste hulp bij ongevallen, de brandbestrijding en de evacuatie van werknemers en andere aanwezige personen, en doeltreffende verbindingen worden onderhouden met de desbetreffende externe hulpverleningsorganisaties;
    • Deskundige bijstand op het gebied van bedrijfshulpverlening

    Artikel 15
    1. De werkgever laat zich ten aanzien van de naleving van zijn verplichtingen op grond van artikel 3, eerste lid, onder e, van deze wet bijstaan door een of meer werknemers die door hem zijn aangewezen als bedrijfshulpverleners.
    2. Het verlenen van de bijstand houdt in elk geval in:
    a. het verlenen van eerste hulp bij ongevallen;
    b. het beperken en het bestrijden van brand en het beperken van de gevolgen van ongevallen;
    c. het in noodsituaties alarmeren en evacueren van alle werknemers en andere personen in het bedrijf of de inrichting.
    3. De bedrijfshulpverleners beschikken over een zodanige opleiding en uitrusting, zijn zodanig in aantal en zodanig georganiseerd dat zij de in het tweede lid genoemde taken naar behoren kunnen vervullen.

    Werkgever en werknemer, inspectie en verzekeraar
    De werkgever is als enige verantwoordelijk en hoofdelijk aansprakelijk. Als er daadwerkelijk iets fout gaat, vindt de ‘echte’ afrekening plaats.  En als de Inspectie van mening is dat de BHV onvoldoende heeft gefunctioneerd en de zaken dus niet goed waren geregeld, wordt de werkgever hieraan schuldig bevonden.

    Wie hierbij ook betrokken is of wordt, is de verzekeraar. De verzekeraar verwacht dat de werkgever aan wet- en regelgeving voldoen en daarmee zelf er alles aan zal doen om het gevaar te voorkomen of de schade te beperken. Dat is een standaard clausule bij schadeverzekeringen. Als blijkt dat dit niet het geval is, zal de verzekeraar vaak niet –of veel minder- uitkeren.

    De verplichtingen voor de werkgever betreffen meerdere aandachtspunten, waaronder bijvoorbeeld de verplichting van de RI&E en het Plan van Aanpak. Daarnaast worden aandachtspunten gegeven ten aan zien van opleiding en uitrusting:
    Als een organisatie BHV’ers aanstelt, moet ervoor gezorgd worden dat zij beschikken over een goede opleiding en uitrusting om hun taken goed uit te voeren. Bedrijven moeten naast het nemen van maatregelen op gebied van BHV ook contact onderhouden met de externe hulpverleningsorganisaties (bijvoorbeeld brandweer of politie) wanneer er zich een ongeval voordoet.’

  2. Inspectie roept op meer te investeren in veiligheidscultuur

    Staatssecretaris Van Ark (SZW) zendt de Tweede Kamer de Arbobalans 2018 en grijpt dit overzicht en de inzichten die het biedt aan om de Kamer te informeren over de belangrijkste uitkomsten.

    Zo neemt ze maatregelen ten aanzien van de RI&E. In een brief hierover zegt Van Ark: “De Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) vormt de basis voor de waarborgen op gezond en veilig werken. Het ontbreken in veel bedrijven van een RI&E is een aandachtspunt omdat hiermee de basis voor preventiemaatregelen ontbreekt. De naleving van deze verplichting uit de Arbowet kan beter en moet beter.

    Geen RI&E? Boete is verhoogd van 3000 naar maximaal 4500 euro. Geen Plan van Aanpak? Dat is een klapper: van 750 naar maximaal 3000 euro.

    Werknemers raken steeds vaker betrokken bij ernstige ongevallen op het werk. Uit cijfers van de Inspectie SZW blijkt dat het aantal meldingen van een arbeidsongeval met vier procent is gestegen van 4212 in 2017 naar 4368 in 2018. Vorig jaar vielen bij 70 arbeidsongevallen 71 dodelijke slachtoffers, een stijging ten opzichte van de 54 dodelijke slachtoffers die vielen bij ongevallen in 2017. De meeste van deze fatale ongelukken vonden plaats in de sectoren bouw, vervoer en opslag, handel en industrie.

    Inspecteur-generaal Marc Kuipers: ,,Dit is een triest bericht. Het is in ons aller belang dat wie ’s ochtends gezond naar zijn werk gaat, ’s avonds ook weer veilig en gezond thuiskomt. Helaas is veilig werk niet vanzelfsprekend. We zien in deze economie dat er sneller en efficiënter moet worden gewerkt. Gevolg: meer onveilige situaties en meer ongelukken. Ik roep bedrijven op meer werk te maken van veilige arbeidsmiddelen, veiligheidsprocedures en een cultuur van gezond en veilig werken. Bedrijven zouden ervan doordrongen moeten zijn dat veiligheid en gezondheid bij het werk staat of valt met de cultuur in het bedrijf.

    Uit onderzoek blijkt dat onveilig gedrag vaak een rol speelt bij ongevallen. Een cultuur van gezond en veilig werken kan alleen tot stand komen als werkgever en werknemers zich daar samen actief voor inzetten. Voorbeeldgedrag van leidinggevenden en elkaar onderling wijzen op onveilig gedrag zijn daarbij van groot belang. Eerder is dit onderwerp thema geweest bij de landelijke Dag van de BHV.

    Door het ministerie van SZW is – in samenwerking met het bedrijfsleven en de wetenschap – een inventarisatie van instrumenten gemaakt die organisaties kunnen inzetten om een cultuur van gezond en veilig werken te realiseren. Deze instrumenten zijn gebundeld in een ‘toolbox’. De box biedt instrumenten in vier categorieën aan die werkgevers en werknemers kunnen inzetten voor het stimuleren van gezond en veilig werken.

    Uiteraard kijkt Crisicom graag met u mee hoe u binnen uw organisatie de veiligheidscultuur kunt verstevigen. Uw accountmanager heeft voorbeelden van reeds geïmplementeerde acties met bewezen resultaat.

    (Bron: Inspectie SZW en Arboportaal)

    Veilig werken kan gezien worden als een sociaal proces waaraan iedereen deelneemt en waarin men gezamenlijk verantwoordelijk is voor een veilige omgeving.” Dr. Joyce Rupert.

    Rupert deed in opdracht van het ministerie van SZW onderzoek naar Veilig Gedrag en hoe de mensen hiertoe te motiveren. Preventie is een heel belangrijk aspect. Joyce Rupert: “Compliance, wetgeving, is de basis. Door participatie til je met elkaar veiligheid naar een hoger plan.”

    Wat uit haar onderzoek ook naar voren komt: wat is nou precies de definitie van Veiligheid? Het blijkt dat de beleving wanneer iets wel of niet als veilig wordt beschouwd heel verschillend is. Zo vindt de een het voldoende wanneer er regels en procedures bestaan. Een ander vindt dat extra betrokkenheid voor elkaars veiligheid vanzelfsprekend is. Klik op de afbeelding voor het interview.

  3. Europese richtlijn 89/391/EEG blijft onverminderd van kracht

    De Europese richtlijn 89/391/EEG blijft onverminderd van kracht. Deze spreekt van:
    –   één of meerdere werknemers die een specifieke taak hebben op het gebied van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers die-,
    –   afhankelijk van de grootte van het bedrijf, de risico’s e.d. en
    –   op basis van risico’s die nooit kunnen worden voorkomen,
    –   aangewezen worden en belast zijn met het in praktijk brengen van maatregelen op het gebied van eerste hulp, brandbestrijding en evacuatie van werknemers, ernstig en onmiddellijk gevaar,
    –   recht hebben op een passende opleiding, die indien nodig, op gezette tijd worden herhaald.

    (Zie ook: ..)

  4. Ministerie van SZW 100 jaar!

    Gefeliciteerd! Ministerie van SZW 100 jaar
    Op 25 september aanstaande is het precies 100 jaar geleden dat het Ministerie van Arbeid werd opgericht. Op een interessante website boordevol artikelen over historische momenten en een handige tijdlijn, wordt teruggekeken naar 1918. En ook nog dáárvoor, zoals met het Kinderwetje van Van Houten (1874) en de Eerste Arbeidswet (1889).

    100 jaar geleden ging het ministerie van Arbeid dus van start. Hét signaal van de steeds verder toegenomen aandacht voor werk en inkomen. Een geleidelijk proces dat in de 19e eeuw is gestart. Het magazine – in de vorm van een tijdlijn – vertelt het verhaal van SZW en het SZW-domein vanaf de aanloopperiode naar nu tot een vooruitblik naar de toekomst. Bekijk de tijdlijn van 100 jaar SZW, en klik door naar de verschillende periodes uit de geschiedenis van SZW, waaronder SZW in de crisisjaren 1930-1940 en in de Tweede Wereldoorlog 1940-1945. SZW kijkt ook vooruit: ‘2018 van nu naar later’.

Realistisch Praktijkgericht Belevingsgericht